Jan Obe Hobma verkoopt Gewoon Coop, die binnen jaar Boon’s Markt wordt

Het is ruim 18 jaar geleden dat Jan Obe Hobma de Coop in Sint Jansklooster overnam. Bijna alle fulltimers die nu in de supermarkt werken, deden dat toen ook al. Ze zagen Hobma komen – en nu ook weer gaan. Komende maand draagt hij zijn supermarkt over aan Willem Boonstra.

“Dat is een beslissing die ik met m’n verstand genomen heb, maar niet met m’n hart”, zegt Hobma. Na de overname van Coop door Plus was het voor hem geen heel grote verrassing dat zijn winkel geen Plus zou worden. En dus moest er een andere formule gevonden worden.

Verschillende bekende en minder bekende namen kwamen in beeld maar verdwenen ook weer. Uiteindelijk werd de formule Gewoon Coop, die beleverd wordt door de Boon Food Group. Veel in de winkel bleef intact.

Maar dat blijft het niet, want het komende jaar wordt de winkel omgebouwd naar een Boon’s markt. Dat wordt een grondige verbouwing, waarbij de winkel helemaal leeggaat.

Maar het is wel een verbouwing die Hobma niet meer voor zijn rekening gaat nemen. “Ik wil nog een keer wat anders gaan doen en daar heb ik nu de leeftijd voor”, merkt hij op.

Wel wilde hij vooraf duidelijk hebben dat er een winkel in Klooster zou blijven. Daarom rondde hij eerst de zoektocht naar een nieuwe formule af en zocht een opvolger. Dat wordt Willem Boonstra, die eerder dit jaar zijn Coop in Donkerbroek (Friesland) sloot.

Belangrijke voorwaarde voor Hobma is dat het personeel kan blijven. “Bijna iedereen was er al toen ik hier kwam, dat is denk ik wel uniek. Mensen voelen hier de warmte en de gezelligheid.”

De winkel van de Fries was de laatste Coop in Nederland in z’n oorspronkelijke vorm. Dat bracht hem de nodige media-aandacht: zelfs de NOS kwam op bezoek. “Dat was wel bijzonder”, blikt hij terug.

Hobma raakte in al die jaren helemaal thuis met de supermarktwereld – hij bezorgde als 13-jarige de folder en werd al snel daarna vakkenvuller. Hij doorliep alle stappen tot eigenaar van een supermarkt en ook daaraan komt nu een eind.

Ook met Sint Jansklooster vergroeide hij. “Altijd als ik de watertoren zie, dan voel ik me thuis. Dus ik kom vast nog weleens terug om een bak koffie te doen en met het personeel te praten als ik straks gestopt ben.”